Huishoudelijk Reglement

Huishoudelijk Reglement SV “Generaal Chassé” per 22-06-2012

Algemene Bepalingen

Begrippen

De Schietsportvereniging Generaal Chassé, hierna te noemen “de vereniging” kent de volgende begrippen: leden, juniorleden, introducés, gastschutters, donateurs, lid van verdienste erelid, commissies, de vereniging, het bestuur, de KNSA , statuten, huishoudelijk reglement, de wetgever.

Artikel 1, Verplichtingen van het bestuur

Het bestuur draagt er zorg voor dat:

1.1.1 Ten behoeve van de schietsport een aan de geldende regelgeving voldoende accommodatie ter beschikking staat van de schutters
1.1.2 De (aspirant) leden de nodige instructie ontvangen met betrekking tot het schieten en de veiligheid.
1.1.3 De leden in de gelegenheid worden gesteld zich verder te bekwamen in de schietsport.
1.1.4 Leden of introducés welke geen opleiding hebben genoten niet zelfstandig schieten.
1.1.5 Juniorleden uitsluitend schieten onder direct toezicht van een door of namens het bestuur aangestelde toezichthouder. Van de toezichthouders zal een lijst worden bijgehouden.

      1. Juniorleden geen gebruik zullen maken van vuurwapens.
      2. Een onafhankelijke commissie in het leven wordt geroepen bij welke leden in beroep kunnen gaan tegen besluiten welke door het bestuur worden genomen zoals gesteld in artikel 21 van de statuten.

1.2 Indien naar de mening van het bestuur een der leden genoemd onder punt 1.1.2, punt 1.1.5 of

1.1.6 blijkt heeft gegeven over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken om zelfstandig te kunnen schieten, kan voor het gestelde in de genoemde punten ontheffing worden verleend. Van dergelijke ontheffingen zal een lijst worden bijgehouden.

Artikel 2, Verplichtingen van de leden

De leden dienen hun financiële verplichtingen jegens de vereniging tijdig te voldoen.

  1. De leden zijn gehouden aan de regels zoals die gesteld zijn in de statuten en de reglementen.
  2. De leden dienen deel te nemen aan de schietoefeningen zoals gesteld in de wet wapens en munitie, met dien verstande dat tenminste aan achttien oefenavonden per boekjaar wordt deelgenomen, bij voorkeur zo gelijkmatig mogelijk over het jaar verdeeld.
  3. De leden dienen tijdens de oefeningen en/of wedstrijden de geldende regels en gebruiken, met name de veiligheidsregels, strikt in acht te nemen.
  4. De leden onthouden zich van gedragingen welke de schietsport in het algemeen en de vereniging in het bijzonder schade kunnen toebrengen.
  5. Een lid kan worden verplicht deel te nemen aan een door het bestuur opgelegde activiteit.

Artikel 3, Toelatingsprocedure

    1. De toelating als gewoon- of juniorlid wordt verzocht door het indienen van door de vereniging beschikbaar te stellen en door de aanvrager volledig en naar waarheid in te vullen en te ondertekenen formulier. Hierbij dienen drie recente pasfoto’s te worden gevoegd. Tevens dient een verklaring omtrent het gedrag (VOG) te worden bijgevoegd.
    1. Indien voldoende leden zijn aangemeld zullen zij een oproep ontvangen namens hoofd opleidingen.

3.3.      Hoofd opleidingen draagt zorg voor de verdere intake, opleiding en aanmelding als (aspirant) lid conform het gestelde in het reglement opleidingen en het reglement toelatingscommissie.

    1. Van het verzoek om toelating als lid zal zo spoedig mogelijk op de binnen de vereniging gebruikelijke wijze kennis gegeven aan de leden.
    1. De leden kunnen tegen toetreding bezwaar maken zolang het bestuur niet heeft beslist. De bezwaren moeten schriftelijk worden ingediend bij de bezwarencommissie, onder vermelding van datum, naam, lidnummer en een omschrijving van het bezwaar. Bezwaren welke niet op deze wijze worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
    1. Niemand kan als lid worden toegelaten tot de vereniging indien:
      1. Er niet tenminste drie maanden zijn verstreken sinds de aanmelding voor het lidmaatschap.
      2. Het bestuur op deugdelijke gronden de verwachting heeft dat het aspirant-lid niet over de nodige kennis en vaardigheden beschikt of op redelijke termijn zal beschikken, welke voor een veilig gebruik van een vuurwapen vereist zijn.
      3. Is gebleken dat er bezwaren bij de politie bestaan tegen het lidmaatschap enzovoorts.
      4. Er ten aanzien van het aspirant-lid van zodanige eigenschappen, gedragingen of omstandigheden aan het bestuur is gebleken dat gebruik van wapens voor een ander doel dan de schietsport kan worden geducht.
    1. Indien een aspirant-lid wordt afgewezen kan hiertegen bezwaar worden aangetekend conform het gestelde in de regeling beroep en bezwaar.

Artikel 4, Kantine

  1. De vereniging exploiteert een kantine.
  2. Het exploiteren van de kantine valt onder de bepalingen van de drank- en horecawetgeving sportkantines. Zowel de vereniging als haar leden zijn verplicht de bepalingen van de wet en de voorwaarden waaronder de geldende vergunningen zijn verleend, strikt in acht te nemen,
  3. De wijze waarop de vrijwilligers werken in de kantine, is vastgelegd in het reglement kantine.

Artikel 5, Lidmaatschapsbewijs

  1. Ieder lid ontvangt zo snel mogelijk na zijn/haar toelating een lidmaatschapsbewijs en tevens vaardigheidsbewijs.
  2. Bij inschrijving is een evenredig deel van de jaarlijkse contributie verschuldigd voor de betreffende periode tot en met 31 december volgend op de datum van inschrijving.
  3. Het bestuur houdt zich het recht voor een ledenstop af te kondigen en dit naar goeddunken te herroepen. Deze leden stop kan gelden voor zowel leden als juniorleden en voor groepen afzonderlijk.
  4. Leden worden door de zorg van het bestuur aangemeld bij de overkoepelende sportorganisatie KNSA zodat de leden tevens een KNSA pas en het maandblad Schietsport ontvangen.

Artikel 6, Terhandstelling documenten

  1. Leden worden eenmaal gratis in het bezit gesteld van de statuten, het huishoudelijk reglement, het opleidingsreglement en het reglement beroep en bezwaar.
  2. Op aanvraag kunnen leden tegen kostprijs in het bezit worden gesteld van de reglementen van de overige commissies.
  3. Wijzigingsbladen van de stukken genoemd in het eerste lid worden gratis verstrekt, wijzigingsbladen van de stukken genoemd in het tweede lid worden op aanvraag verstrekt tegen kostprijs.

Artikel 7, Disciplinaire maatregelen

Indien een aspirant-lid, een lid of een juniorlid handelt in strijd met de voor de oefeningen en wedstrijden geldende regels en gebruiken, dan wel zich bij activiteiten van de vereniging onordelijk gedraagt, kan hij/zij door het bestuur worden:

  1. Gewaarschuwd.
  2. Berispt.
  3. Beboet
  4. Uitgesloten van deelneming van de oefeningen en/of wedstrijden van de vereniging voor ten hoogste zes maanden.
  5. Uitgesloten van deelneming van bijeenkomsten der vereniging voor een periode van ten hoogste zes maanden.
  6. Geschorst voor een periode van ten hoogste zes maanden.
  7. Uit het lidmaatschap der vereniging worden ontzet.

De maatregelen genoemd in het vorige lid onder c, d, e en f kunnen ook gecombineerd worden opgelegd.

    1. De maatregelen genoemd in lid 1, kunnen tevens worden opgelegd indien een aspirant-lid, een lid of een juniorlid zich gedraagt op een wijze welke de vereniging, dan wel de schietsport in het algemeen, op enige wijze, naar het oordeel van het bestuur, benadeeld. Hieronder wordt onder andere verstaan:
      1. Bedreiging, (fysiek) geweld tegen derden in en buiten verenigingsverband.
      2. Onveilig gedrag op de schietbanen.
      3. Misdragingen in de ruimten of op het terrein van de vereniging.
      4. Handelingen welke niet in overeenstemming zijn met de Wet Wapens & Munitie, de Circulaire Wet Wapens en Munitie, aanvullende circulaires en regels van wetgever, KNSA en de vereniging.
      5. Het verstrekken van onjuiste informatie bij aanmelding, of na een verzoek om informatie door het bestuur.
    1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter, dan wel (bestuurs)lid dat de voorzitter op dat moment vervangt, het betrokken lid van verdere deelname uitsluiten aan de betreffende oefening, wedstrijd of bijeenkomst. Tegen een zodanige maatregel staat op dat moment geen beroep open. De voorzitter of degene die hem in deze vervangt, dient in de eerstvolgende bestuursvergadering deze zaak als agendapunt op te voeren. Waarna in deze vergadering de betreffende zaak kan worden behandeld. Het bestuur doet hierna uitspraak of in deze zaak al dan niet terecht uitsluiting is opgelegd. Tegen dit besluit kan door betreffende persoon op de gewone wijze bezwaar worden aangetekend.
    2. Het bestuur kan in een geval genoemd in het voorgaande lid ook besluiten verdere disciplinaire maatregelen op te leggen zoals vermeld onder het eerste lid.
    1. Tegen opgelegde naatregelen en sancties zoals opgenomen in artikel 7.1 en 7.3 van dit reglement, staat beroep open bij Commissie van Beroep, van de vereniging. Het reglement van deze commissie is gebaseerd op artikel 16.6 van de statuten van de vereniging en artikel 1.1.7 van dit huishoudelijk reglement.

Artikel 8, Ledenadministratie

    1. Door de zorg van het bestuur, en in het bijzonder van de secretaris, wordt een goede ledenadministratie aangelegd.
    1. De ledenadministratie omvat tenminste een geautomatiseerd systeem en een papieren ledenarchief.
    1. Van ieder lid wordt een afzonderlijk bestand aangelegd waaraan een pasfoto wordt gehecht, welke voorts de volgende gegevens bevat:
      1. Zijn/haar naam, voornamen, geboortedatum en plaats, beroep, burgerlijke staat, volledig adres en woonplaats en telefoonnummer.
      2. De datum waarop het lidmaatschap is aangevraagd, de datum waarop betrokkene definitief is toegelaten en na beëindiging van het lidmaatschap, de datum waarop het lidmaatschap is geëindigd, tevens bij beëindiging om andere redenen dan opzegging door het lid zelf, de reden van beëindiging.
      3. Het lidmaatschapnummer.
      4. Het nummer van het schietpaspoort.
      5. Eventueel tegen betrokkene getroffen disciplinaire maatregelen, zowel van de KNSA als van de vereniging.
      6. Indien betrokkene tot lid van verdienste of erelid is benoemd, de vermelding hiervan met de aanduiding van de datum van de algemene ledenvergadering waarop de benoeming heeft plaatsgevonden.
      7. Eventuele functies welke de betrokkene in de vereniging of in verband van de KNSA vervuld heeft, met vermelding van de data waarop deze zijn aangevangen en beëindigd.
      8. Andere gegevens waarvan het bestuur de vermelding van blijvend belang acht, voor zover betrekking hebbend op het doel van de vereniging.
    1. Indien een aspirant lid niet als lid wordt toegelaten, dan wordt het bestand bewaard nadat hierin is vermeld dat het aspirant lid is afgewezen met de reden en de datum van afwijzing.
    1. Het lid der vereniging heeft op aanvraag recht om zijn/haar gegevens in te zien in de ledenadministratie. Daarnaast is het systeem op aanvraag te alle tijden voor de politie en voor de KNSA ter inzage,. Tevens wordt het systeem gevoerd met inachtneming van de privacy wetgeving

Artikel 9, Introducés

    1. Het bestuur is ten alle tijden bevoegd tot introductie van niet leden.
    1. Leden dienen introducés aan te melden bij het schietbureau en te laten inschrijven in het register.
    1. Introducés zijn gehouden de geldende wet en regelgeving te volgen. Informatie hierover is te vinden in het reglement schietbureau.

 

Artikel 10, Begunstigers

    1. Begunstigers der vereniging hebben recht op inzage van de jaarverslagen en desgevraagd de jaarrekeningen en/of de statuten en reglementen.
    1. Begunstigers worden uitgenodigd bij manifestaties der vereniging, doch mogen geen deel nemen aan wedstrijden.
    1. Begunstigers hebben een stemrecht.

 

Artikel 11, Jaarvergadering

    1. Tenminste eenmaal per jaar worden de leden door het bestuur uitgenodigd tot het bijwonen van een algemene ledenvergadering of jaarvergadering.
    1. De jaarvergadering voldoet tenminste aan de eisen gesteld in de statuten der vereniging.
    1. Leden kunnen voorstellen ter behandeling in de jaarvergadering voorleggen. Deze voorstellen dienen tenminste door 10% van de leden te worden ondersteund en uiterlijk zeven dagen voor aanvang van de vergadering in het bezit zijn van de secretaris van de vereniging.
    1. Het bestuur voegt de voorstellen die voldoen aan het in het vorig lid gestelde toe aan de agenda. Indien een voorstel niet aan de gestelde eisen voldoet is het bestuur bevoegd het voorstel alsnog aan de agenda toe te voegen.
    1. Het in lid 11.1 t/m 11.4 genoemde is niet van toepassing op voorstellen voor welke aanneming een gekwalificeerde meerderheid van de algemene vergadering vereist is.
    1. Op de jaarvergadering dienen in elk geval te worden behandeld:

 

      1. De notulen van de vorige jaarvergadering en van de eventuele tussentijds gehouden bijzondere vergaderingen.
      2. Het jaarverslag van het bestuur over het gevoerde beleid van het afgelopen boekjaar.
      3. Het jaarverslag van de penningmeester met de balans, de baten en lasten betreffende het afgelopen boekjaar en het verslag van de kascommissie en eventuele deskundigen, indien deze zijn aangewezen.
      4. De begroting voor het lopende boekjaar.
      5. De vervulling van openstaande of in de vergadering openvallende vacatures in het bestuur of in de commissies. Een en ander voor zover in deze vacatures niet al in een buitengewone vergadering is voorzien.
      6. De benoeming van een kascontrole commissie.
      7. De voorstellen welke het bestuur op de agenda plaatst samen met de door de leden ingediende voorstellen.
      8. De rondvraag.

 

Artikel 12, Kascommissie

    1. De kascommissie vangt haar werkzaamheden zo spoedig mogelijk na verkiezing aan.
    1. Indien het onderzoek van de jaarrekening bijzondere boekhoudkundige kennis vereist waarover de commissie zelf niet beschikt, dan kan zij zich door een deskundige laten bijstaan.
    1. De kosten voor de hier bovengenoemde bijstand worden door de vereniging gedragen.
    1. Het bestuur is verplicht ten behoeve van het onderzoek van de kascommissie aan deze en aan de deskundige, indien aangewezen, inzage in de boeken en bescheiden van de vereniging te geven. Desgevraagd de kas en de waarden te tonen en alle door hen gewenste inlichtingen te verschaffen.
    2. Het in lid 12.1 t/m 12.4 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de kascommissies die benoemd zijn ingevolge het bepaalde in Artikel 9, lid 3 en lid 5 van de statuten.

 

Artikel 13, Voorzitter en secretariaat

    1. Als voorzitter en secretaris van een door het bestuur bijeengeroepen algemene vergadering treden op de voorzitter en secretaris van het bestuur of hun respectievelijke plaatsvervangers.
    1. Een door de leden der vereniging, overeenkomstig het bepaalde in de statuten, bijeengeroepen algemene vergadering kiest zelf haar voorzitter en secretaris.
    1. Indien, in de gevallen van de voorafgaande leden, iemand tijdens de vergadering de hoedanigheid verliest op grond waarvan hij/zij voorzitter of secretaris van de algemene ledenvergadering is, blijft hij/zij niettemin die functie uitoefenen tot na de afloop van de vergadering, tenzij hij/zij anders verkiest of de vereniging anders beslist.

 

Artikel 14, Taken voorzitter, secretaris en penningmeester

    1. De voorzitter der vereniging zit het bestuur der vereniging voor, de secretaris voert daarin de pen en de penningmeester ontvangt de aan de vereniging toekomende gelden, geeft daarvoor kwijting, beheert de gelden van de vereniging en betaald de door de vereniging verschuldigde gelden.
    1. De voorzitter vertegenwoordigt de vereniging bovendien naar buiten toe.

 

Artikel 15, Kiezen en aftreden bestuursleden

    1. De leden van het bestuur worden gekozen door de algemene ledenvergadering door een gewone meerderheid van de uit te brengen stemmen.
    1. De voorzitter wordt in functie gekozen. De overige functies worden verdeeld onder de gekozen leden van het bestuur.
    1. Indien, naar de mening van een meerderheid van de bestuursleden, een der bestuursleden in onvoldoende mate zijn/haar functie vervult, kan dit bestuurslid een sanctie worden opgelegd in de vorm van een schorsing voor een bepaalde termijn met een maximum van drie maanden aaneengesloten,
    1. Wanneer het functioneren van een bestuurslid van zodanig slechte kwaliteit wordt geacht dat het functioneren van het bestuur in het geding komt, kan het betreffende bestuurslid worden voorgedragen voor ontslag door het bijeenroepen van een ledenvergadering waarbij dit ontslag door de vergadering met een gewone meerderheid van stemmen dient te worden goedgekeurd.
    2. De leden van het bestuur treden periodiek af volgens onderstaand rooster: Eerste jaar:                        Penningmeester, lid I (lid IV)Derde jaar:      Voorzitter, lid III
    3. Tweede jaar:   Secretaris, lid II

Artikel 16, Voor beroep vatbare besluiten van het bestuur

    1. Alvorens het bestuur een besluit neemt waartegen ingevolge de statuten of huishoudelijk reglement beroep op de commissie van beroep open staat, stelt het bestuur de betrokkene schriftelijk in kennis onder opgave van reden van haar voornemen en geeft hem/haar de gelegenheid naar aanleiding van dit besluit te worden gehoord.
    1. De tijd tussen de oproeping en het tijdstip waarop het lid wordt gehoord dient tenminste veertien dagen te bedragen.
    1. De betrokkene wordt in de gelegenheid gesteld op de zitting of op een andere zitting getuigen of deskundigen voor te brengen.
    1. De betrokkene mag zich doen bijstaan door een raadsman of advocaat. Zij dienen in de gelegenheid te worden gesteld de zitting bij te wonen, getuigen en/of deskundigen vragen te stellen en de nodige opmerkingen te maken en schrifturen in te dienen.
    1. De behandeling geschied met zodanige voortvarendheid als met inachtneming van het in de voorgaande leden gestelde mogelijk is.
    1. Het in lid 1 t/m 4 bepaalde is niet van toepassing en behoeft niet in acht te worden genomen indien het een besluit betreft tot ontzetting, uitsluitend gebaseerd op wanbetaling van aan de vereniging verschuldigde gelden, nadat het betreffende lid tot tweemaal toe vergeefs een termijn van tenminste veertien dagen elk is gegund teneinde alsnog aan zijn/haar verplichtingen te voldoen. Dit geldt tevens voor ontzetting opgelegd door Justitie en/of KNSA.
    1. Het bestuur besluit definitief, uiterlijk zes weken nadat de zaak voor beslissing gereed ligt.
    1. Het definitieve besluit is met redenen omkleed. Een afschrift daarvan wordt onverwijld aan betrokken lid, of indien dit lid zich door een advocaat liet bijstaan, aan diens advocaat of raadsman toegezonden.
    1. Indien het bestuur het in lid 5 of lid 7 bepaalde niet in acht neemt kan het betrokken lid zich beklagen bij de commissie van beroep,. Indien de commissie van beroep het beklag gegrond acht kan zij, hetzij aan het bestuur een termijn stellen of zodanige opdracht ter afwikkeling van de zaak geven als zij dienstig zal achten, hetzij de zaak aan zich trekken.
    1. Indien het een besluit tot ontzetting betreft dan is betrokken lid na de in het eerste lid bedoelde kennisgeving gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep geschorst. Van een afwijzing van een door betrokkene gedaan verzoek om opheffing staat hem/haar binnen een maand beroep open op de commissie van beroep. Met een afwijzing staat gelijk het niet   geven van een beslissing binnen veertien dagen nadat het verzoek geacht moet worden ter kennis van het bestuur te zijn gekomen.
    1. De procedure voor de wijze waarop de commissie van beroep zijn taken vervuld staat beschreven in het reglement commissie van beroep.

Artikel 17, Het vermogen en het beheer hiervan door het bestuur

    1. De door de leden verschuldigde gelden dienen door hen aanstonds na hun toelating en vervolgens telkens binnen een maand na de ontvangst van de rekening voor de contributie, of indien betaling in termijnen is toegestaan, uiterlijk op de vervaldag van iedere termijn zonder korting of schuldvergelijking uit welke hoofde ook aan de vereniging te worden voldaan.
    1. De voldoening geschiedt: door betaling per bank of giro, door andere betalingswijzen, aan de penningmeester der vereniging.
    2. Indien betaling plaatsvindt door overmaking per bank of giro, dient voor risico van het lid, de betaling zo tijdig plaats te vinden dat de kennisgeving van storting uiterlijk op de vervaldag in het bezit van de penningmeester van de vereniging is. Bij niet tijdige betaling zijn incassokosten verschuldigd.
    1. Bij aanvraag of beëindiging van het lidmaatschap, om welke reden dan ook, in de loop van het boekjaar, vindt geen vermindering of teruggave van het verschuldigde plaats tenzij het bestuur anders bepaald.
    1. Indien door een lid niet wordt voldaan aan het gestelde in lid 1 t/m 3, dan zal worden overgegaan tot ontzetting uit het lidmaatschap zoals beschreven in artikel 16.

Artikel 18, Commissie reglementen

    1. De reglementen van de verschillende commissies worden in overleg met de betreffende commissies opgesteld en door het bestuur vastgesteld. Hierbij is een gewone meerderheid der stemmen voldoende.
    1. De commissiereglementen beschrijven de wijze waarop de onderscheiden commissies hun werkzaamheden dienen uit te voeren.
    1. Naast de uitvoeringsregeling van de commissies kunnen in de betreffende reglementen tevens regels worden gesteld volgens welke de leden zich dienen te gedragen binnen het domein van de betreffende commissie.
    1. De reglementen zoals beschreven in de voorgaande leden mogen niet strijdig zijn met enig artikel zoals beschreven in de statuten of het huishoudelijk reglement der vereniging.
    1. De reglementen van de commissies van beroep en van de toelatingscommissie dienen, in afwijking op het gestelde in het eerste lid, te worden goedgekeurd door de algemene vergadering. Hierbij is een gewone meerderheid der stemmen voldoende.

Artikel 19, Slotbepalingen

    1. In gevallen waarin dit huishoudelijk reglement niet voorziet, wordt ingevolge artikel 24 der statuten beslist door het bestuur.

 

Bijlage: Wijz.voorstel art.7, goedgekeurd ALV 22 juni 2012

Voorstel tot wijziging van artikel 7 HR, als volgt: (in geel de aanpassingen)

 

Artikel 7, Disciplinaire maatregelen

    1. Indien een aspirant-lid, een lid of een juniorlid handelt in strijd met de voor de oefeningen en wedstrijden geldende regels en gebruiken, dan wel zich bij activiteiten van de vereniging onordelijk gedraagt, kan hij/zij door het bestuur worden:
  1. Gewaarschuwd.
  2. Berispt.
  3. Beboet
  4. Uitgesloten van deelneming van de oefeningen en/of wedstrijden van de vereniging voor ten hoogste zes maanden.
  5. Uitgesloten van deelneming van bijeenkomsten der vereniging voor een periode van ten hoogste zes maanden.
  6. Geschorst voor een periode van ten hoogste zes maanden.
  7. Uit het lidmaatschap der vereniging worden ontzet.
    1. De maatregelen genoemd in het vorige lid onder c, d, e en f kunnen ook gecombineerd worden opgelegd.
    1. De maatregelen genoemd in lid 1, kunnen tevens worden opgelegd indien een aspirant-lid, een lid of een juniorlid zich gedraagt op een wijze welke de vereniging, dan wel de schietsport

in het algemeen, op enige wijze, naar het oordeel van het bestuur, benadeeld. Hieronder wordt onder andere verstaan:

  1. Bedreiging, (fysiek) geweld tegen derden in en buiten verenigingsverband.
  2. Onveilig gedrag op de schietbanen.
  3. Misdragingen in de ruimten of op het terrein van de vereniging.
  4. Handelingen welke niet in overeenstemming zijn met de Wet Wapens & Munitie, de Circulaire Wet Wapens en Munitie, aanvullende circulaires en regels van wetgever, KNSA en de vereniging.
  5. Het verstrekken van onjuiste informatie bij aanmelding, of na een verzoek om informatie door het bestuur.
    1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter, dan wel (bestuurs)lid dat de voorzitter op dat moment vervangt, het betrokken lid van verdere deelname uitsluiten aan de betreffende oefening, wedstrijd of bijeenkomst. Tegen een zodanige maatregel staat op dat moment geen beroep open. De voorzitter of degene die hem in deze vervangt, dient in de eerstvolgende bestuursvergadering deze zaak als agendapunt op te voeren. Waarna in deze vergadering de betreffende zaak kan worden behandeld. Het bestuur doet hierna uitspraak of in deze zaak al dan niet terecht uitsluiting is opgelegd. Tegen dit besluit kan door betreffende persoon op de gewone wijze bezwaar worden aangetekend.
    1. Het bestuur kan in een geval genoemd in het voorgaande lid ook besluiten verdere disciplinaire maatregelen op te leggen zoals vermeld onder het eerste lid.

 

7.6 Tegen opgelegde naatregelen en sancties zoals opgenomen in artikel 7.1 en 7.3 van dit  
reglement, staat beroep open bij Commissie van Beroep, van de vereniging. Het reglement van
deze commissie is gebaseerd op artikel 16.6 van de statuten van de vereniging en artikel 1.1.7
van dit huishoudelijk reglement.  
     

 

 

Aldus voorgsteld:                   Aldus vastgesteld:

 

 

Het bestuur: d.d 6 juni 2012              De Algemene Ledenvergadering d.d. 22 juni 2012