Luchtpistool Opgelegd
LUCHTPISTOOL OPGELEGD
Er wordt geschoten op de int. Luchtpistoolschijf waarvan de “10” slechts een diameter heeft van 11.5mm en de “1” een diameter heeft van 155.5mm.
De deelnemers kunnen zijn: Jun. D – 12 jaar en jonger, Jun. C – 13 en 14 jaar en Veteranen van 55 jaar en ouder.
Het aantal wedstrijdschoten is 40 verdeeld over 8 series van 5 schoten.
Voorafgaande aan de eerste wedstrijdschijf mogen onbeperkt proefschoten gelost worden echter binnen de gestelde wedstrijdtijd.
De schietafstand is 10 meter.
Opgelegd Luchtpistool is toegestaan voor de Categorieën: junioren D, C en Veteranen.
Bij opgelegd schieten wordt het luchtpistool met de onderzijde van de kolf op een steun geplaatst en mag niet zijdelings “aangeleund” zijn/worden tegen de installatie.
Tijdens het afvuren mag de “niet” schiethand niet boven de gordel geplaatst worden.
Het aanbrengen van speciale kolfplaten is toegestaan mits de wapens binnen de afmetingen van de meetkist blijven.
De greepdiepte voor de pink, zowel in greep als in spec. kolfplaat, mag niet dieper zijn dan 40mm gemeten vanaf de verticale lijn die gelijk is aan het meest naar voren uitstekende punt van de greep. (zie onderstaande tekening)
Illustratie………………
Voor opgelegd schieten wordt een schietstandaard gebruikt.
Indien de standaard van rond materiaal is gemaakt is de maximale afmeting 30 mm doorsnede. Indien de standaard van vierkant materiaal is gemaakt is de maximale afmeting 30X30 mm.
Het oplegpunt van de standaard dient echter altijd van rond materiaal te zijn.
Op het oplegpunt van de standaard mag beschermingsmateriaal voor het wapen worden aangebracht.
De materiaalkeuze moet echter zodanig zijn, dat zolang het wapen op de standrust rust, er geen vlakke ondergrond of zijwaarts steunvlak ontstaat.
Op of aan de schietstandaard en wapen mogen geen middelen worden aangebracht met de bedoeling om het wapen in een gefixeerde positie in of op de standaard vast te maken of te klemmen.
De schietstandaard mag met maximaal 3 steunpunten de balie/grond raken. De onderlinge afstand tussen de steunpunten is maximaal 30 cm gemeten vanuit het centrum van elk steunpunt.
Tussen de steunpunten en het oplegpunt is iedere uitvoering van de standaard toegestaan, mits de afmetingen van het gebruikte materiaal voldoen aan de gestelde afmetingen.
Het luchtpistool wordt met de onderkant van de kolf op een steun geplaatst waarbij de niet schiethand zich niet boven de gordel mag bevinden tijdens het lossen van de schoten.
Er wordt geschoten met een Luchtpistool met een kal. 4,5 mm (.177) en een trekkerdruk van min. 500 gr.
De te gebruiken wapens mogen niet zwaarder wegen dan 1500gr. incl. accessoires/loopgewicht en passen in een kistje van 420 x 200 x 50mm waarbij een tolerantie van 0.0 mm tot +1.0 mm is toegestaan.
Minimaal 30 minuten vóór aanvang van de wedstrijd dient de schutter de gelegenheid te krijgen zich gereed te maken voor de Luchtpistoolwedstrijd.
Om alles ordentelijk en veilig te laten verlopen is er een baancommandant aanwezig die de navolgende commando’s zal geven.
Schutters mogen schietpunt betreden en zich voorbereiden op de wedstrijd.
15 minuten voor aanvang van de wedstrijd: 15 minuten proefschieten: START
30 seconden voor het einde van het proefschieten: Nog 30 seconden
Einde tijd voor proefschieten: STOP.
Begin de wedstrijd: START.
10 minuten voor het einde van de wedstrijd: U heeft nog 10 minuten.
5 minuten voor het einde van de wedstrijd: U heeft nog 5 minuten.
Einde wedstrijd: STOP en Veiligheidsvlag plaatsen
Bij twijfel moeten de schoten gemeten worden met een “Negatief” schotmaatje met een flens van 11.5mm en een pendiameter van 4.5mm.
Het gebruik van schietpet en schietbril is toegestaan.
De baankijker is alleen toegestaan wanneer de schietschijven niet terugkomen naar het schietpunt
Korpsen:
Korpsen bestaan uit drie schutters.
De namen van de schutters die in een korps schieten dienen vóór aanvang van de wedstrijd bekend te zijn bij de wedstrijdleiding.