10 METER 5 SCHOT LUCHTPISTOOL Deze discipline kan verschoten worden op: 1. één stationair luchtpistool schietschijf; 2. Mechanische klapschijfinstallatie voor 5 luchtpistool schietschijven; 3. Elektronische 5 schot schietkast. Het wedstrijd programma bestaat uit series van 5 schoten in 10 seconden. Dames, Junioren A Dames, Veteranen en Junioren B en C; 30 schoten verdeeld over 6 series van 5 schoten vooraf gegaan door een proefserie van 5 schoten. Heren en Junioren A Heren; 40 schoten verdeeld over 8 series van 5 schoten vooraf gegaan door een proefserie van 5 schoten. De schietafstand is 10 meter. Er wordt geschoten met een 5 schots Luchtpistool met een kaliber van 4,5 mm (.177) met een trekkerdruk van min. 500 gram. De te gebruiken wapens mogen niet zwaarder wegen dan 1500 gram incl. magazijn, accessoires/loopgewicht en passen in een kistje van 420 x 200 x 50mm met een tolerantie van 0,0 mm tot + 1,0 mm. zonder geplaatst magazijn. Voordat de wedstrijd wordt begonnen krijgt de schutter 3 minuten voorbereidingstijd toegewezen op het schietpunt. Om alles ordentelijk te laten verlopen is er een baancommandant aanwezig die de navolgende commando’s zal geven:
** Wapen laden voor proefserie: (d.w.z. patroonhouder vullen, plaatsen en doorladen) schutter mag nog proefaanslagen maken, tijdsduur 1 minuut. 1 – Bij gebruik van één stationaire Luchtpistool schietschijf: ATTENTIE : wapen wordt in vaardige houding gebracht d.w.z. wapen op 45 ° van het lichaam, het wapen mag daarbij steunen op de schietbalie. 3-2-1 START: De schutter mag nu gedurende 10 seconden, 5 schoten lossen. STOP — Het gebruik van een Stopwatch is hier vereist. N.B.: Na het beëindigen van een wedstrijdprogramma wordt het commando Veiligheidsvlag plaatsen gegeven. 2 – Bij gebruik van een klapinstallatie met 5 Luchtpistool schietschijven:
ATTENTIE : de schijven worden nu weggedraaid, wapen wordt in vaardige houding gebracht d.w.z. wapen op 45 ° van het lichaam, het wapen mag daarbij steunen op de schietbalie. 3-2-1 START de schijven komen nu vóór en blijven gedurende 10 seconden vóór staan. Het wapen mag, wanneer de schietschijven voordraaien, vanuit de vaardige houding gericht worden voor het lossen van de schoten. N.B: Na het beëindigen van een wedstrijdprogramma wordt het commando Veiligheidsvlag plaatsen gegeven. 3 – Bij gebruik van elektronische schietkast: ATTENTIE: Het wapen wordt in vaardige houding gebracht d.w.z. wapen op 45 ° van het lichaam, het wapen mag daarbij steunen op de schietbalie, gelijktijdig worden er nu rode ledjes zichtbaar in de “tijdsaanduidingvlakken” voor de tijd van 3 seconden waarna deze ledjes doven en groene ledjes zichtbaar worden voor de tijd van 10 seconden waarin de 5 schoten gelost moeten worden. Na de schiettijd van 10 seconden registreert de schietkast geen treffers meer en wordt in de “tijdsaanduidingvlakken” boven de desbetreffende visueel weer de rode ledjes zichtbaar. N.B.: Na het beëindigen van een wedstrijdprogramma wordt het commando Veiligheidsvlag plaatsen gegeven. Na iedere serie wordt bij:
1 – de aantal treffers binnen de ring “7” (59,5 mm) worden genoteerd elk als 1 punt. 2 – elke treffer binnen de ring “7” (59,5 mm) wordt genoteerd als 1 punt. 3 – aantal treffers. Afhandeling van een “Geldige” wapenstoring: Noteer het aantal nog intact zijnde luchtkogeltjes. Noteer het resultaat van elk doel/schietschijf en laat de serie overschieten. Afhandeling als volgt: – Misser – treffer = misser – Treffer – misser = misser – Treffer – treffer = laagst tellende treffer – Misser – misser = misser.